Gedichten
Ann Van Dessel adopteert de oever van de Schelde in Doel
dat kan mijn doel niet zijn
nabij saint-quentin bron ik onschuldig ter aarde
ik loop wat ik kan, stroom zuiver van wil een weg
naar het vlakke noorderland op zoek naar de zee
die mij roept. zo dool ik langs dorpen
niet wie verhuist of bokkig blijft
verraadt het land dat in mijn lende ligt
maar wie mensen als hoeken van huizen
haaks tegenover elkaar zet
wie buren herschikt in vrienden en vreemden
de handen wit wast in mijn water
kon ik weten hoe wordt gestreden
om de goede grond waarin ik bedding draag
ik had mijn oevers uit de aarde gescheurd
en naamloos begraven
Erwin Steyaert adopteert (het gesloopte) Hotel Europe in Doel
Met de grond gelijk!
Ballade van Hotel Europe 1
Camermanstraat Doel
Men las er Plato en de krant, serveerde
waterzooi en boerensoep. Verse lakens
kraakten onder minnaars overdag.
Gestrande reizigers bleven er een nacht.
Men wist niets van goten en vandalen.
Tien sterren straalden op het uithangbord.
Hier kwamen boten voor een feest,
vertrokken treinen van plezier.
Duiven paarden met de kraaien op de nok,
en wisten niets van goten en vandalen.
De kroost werd uitgebroed. De bankgier
vloog hoog boven het dorp. Hij mat gevels
en percelen, berekende straat na straat
met intrestvoet en kadastralen.
Men wist niets van goten en vandalen.
Hotel Europe sloeg vocht en schimmel op,
klemde de luiken op elkaar: verzet in barre
tijden. Wie toosten wou op scheiden, trok
de kurk uit zure jaren. Niemand klonk,
behalve goten en vandalen.
Envoi
De dichter zag. Het huis gesloopt
tot op het fundament. Hij nam het aan
in vele talen. Maar in dichterswoorden
woont geen mens.
Paul Vincent adopteert een huis aan de Engelsesteenweg in Doel
inferno
voetstap zonder gelaat
doortrapte deur krakend glas
vlammen in de nacht
dak dat kreunt en buigen moet
de stroom loopt dit dorp voorbij
de haven kijkt niet om
gebroken muur
een buur is geen buur meer
keldergat met puin gevuld
de schande dichtgespijkerd
dorp van duizend zielen
in plundering en brand
nog steeds niet aan
de beeldenstorm voorbij
wanneer keert het tij
ontwaakt voorgoed de rede
gepubliceerd op 6 november 2010
in de Wase Koerier
n.a.v. de nachtelijke brandstichting
in een woning aan de Engelsesteenweg
Yerna Van den Driessche adopteert een huis in de Camermanstraat in Doel
Onze straat
in onze straat waren de huizen
in zichzelf gekeerd, de rolluiken
gifgroen, voor tweederde naar beneden
achter ieder raam een muur van sanseveria’s
als soldaten met bajonetten hielden zij
het zonlicht tegen, de blikken
van vreemde luizen buiten
als het regende trokken wij stoelen
tegen het raam, zogen wij ons vol
schimmige geluiden
wij zwaaiden naar alles wat bewoog
alleen zwaaiden we niet hard genoeg
behalve een verzopen straathond
keek niemand op
Mooi werk Hilde.
Het was een unieke ervaring maar ook een beetje vreemd om op deze manier met Doel kennis te maken. Misschien volgt er nog een Doel-gedicht.